De Modbus configureren

De Modbus kan worden geconfigureerd voor de geïntegreerde en optionele netwerkbeheerkaart (NMC).

Tik op Configuratie > Modbus en selecteer Geïntegreerde NMC om de geïntegreerde netwerkbeheerkaart te configureren, of selecteer Optionele NMC om de optionele netwerkbeheerkaart te configureren.
Configureer de instellingen op de eerste pagina:
1. Schakel de Seriële modbus in of uit.
2. Stel de Pariteit in op Geen, Even of Oneven.
3. Stel het Stopbit in op 1 of 2.
4. Stel de Baudsnelheid in op 2400, 9600, 19200 of 38400.
5. Stel de Unieke doel-ID in op een getal tussen 1 en 247.
  
  OPMERKING: Elk apparaat op de bus moet exact dezelfde instellingen hebben, behalve de Unieke doel-ID van het apparaatadres, dat uniek moet zijn voor elk apparaat. Geen twee apparaten op de bus kunnen hetzelfde adres hebben.
6. Tik op OK om uw instellingen op te slaan en tik op de pijl om naar de volgende pagina te gaan.
Configureer de instellingen op de tweede pagina:
1. Schakel TCP-modbus in of uit.
2. Selecteer Poort 502 of Poort [5000 tot 32768].
3. Tik op OK om uw instellingen op te slaan.