De externe communicatiekabels aansluiten
- Sluit de externe communicatiekabels aan op de poorten in
de UPS-controllerbox.
Vooraanzicht van de controllerbox
-
Universele I/O-poort voor ingebouwde netwerkbeheerkaart.
-
Modbus-poort voor ingebouwde netwerkbeheerkaart.
-
Netwerkpoort voor ingebouwde netwerkbeheerkaart. Gebruik een afgeschermde netwerkkabel.
OPMERKING: Controleer of u verbinding maakt met de juiste poort om conflicten met netwerkcommunicatie te voorkomen. -
De Modbus-kabels aansluiten
- Sluit de Modbus-kabels
aan op de UPS-eenheid (-eenheden). Gebruik een 2-draads of een 4-draads
aansluiting.
-
Alle Modbus-signaalkabels moeten dubbel geïsoleerde/mantelkabels zijn en minimaal geschikt voor 30 VDC.
-
Voor Modbus-verbindingen moeten afgeschermde, getwiste tweedraadskabels worden gebruikt. De afschermingsverbinding met de aarde moet zo kort mogelijk zijn (bij voorkeur minder dan 1 cm). De kabelbescherming moet bij elk apparaat op de Ch Gnd-pen worden aangesloten.
-
De bedrading moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de lokale regelgeving voor bedrading.
-
Leg signaaldraden afzonderlijk van stroomkabels om voor voldoende isolatie te zorgen.
-
De Modbus-poort is galvanisch geïsoleerd met de Com-pen als grondreferentie.
Voorbeeld: 4-draads verbinding met twee UPS-eenheden
-
- Installeer eindweerstanden van 150 ohm aan elk uiteinde van elke bus als de bussen erg lang zijn en met hoge gegevenssnelheden werken. Bij bussen die korter zijn dan 610 meter (2000 ft) bij 9600 baud of korter dan 305 meter (1000 ft) bij 19200 baud zijn geen afsluitweerstanden nodig.
